Spring naar inhoud

Allochtoon

12 mei 2010

Een kleine familiegeschiedenis.

Vanmorgen werd ik me ervan bewust dat ik een allochtoon ben. Een westerse allochtoon weliswaar, maar toch. Mijn moeder is geboren in België, en pas na de oorlog naar Nederland gekomen. De eerste jaren hier zijn erg moeilijk voor haar geweest. Daar ben ik me nooit zo van bewust geweest, maar achteraf begrijp ik een heleboel zaken een stuk beter. Zoals dat het altijd erg netjes moest zijn bij ons thuis, op elk moment van de dag. Dat het als we met het gezin bij elkaar zaten wel erg knus was en we vrij met elkaar omgingen, maar als er een buitenstaander bij was werden er heel andere eisen gesteld en golden heel andere omgangsvormen. Er was bij ons thuis een groot verschil tussen binnen en buiten. Buiten was gevaarlijk en onbetrouwbaar, binnen vertrouwd en warm.

Toen mijn oudste zoon werd geboren, was ik erg trots, hij was meteen erg alert en had een bos prachtig rood haar. Toen mijn moeder hem zag zei ze: “Oh, wat zonde, hij heeft rood haar!” Ik begreep er niks van, mijn moeder was inmiddels grijs, maar had altijd prachtig donkerrood haar gehad. Ik herinner me nog hoe de zon daar zo mooi in weerkaatste als ik als kleuter op de Holland Electro sledestofzuiger door de kamer werd voortgetrokken terwijl mijn moeder meezong met Trea Dobs en Anneke Grönloh! De zon en haar haar zette de kamer in een prachtig warm licht, en dan die mooie stem erbij, ik ruik zelfs nu nog de geur van de wind van de achterkant van de stofzuiger. Het is geen onaangename geur.

In de maanden erna kwamen er steeds meer verhalen van vroeger. Hoe ze was gepest, met haar rode haar, dat iedereen haar buitensloot omdat ze raar praatte en dat ze zo dom was volgens de nonnen op school. Ze had dat niet begrepen, ze was twaalf toen ze naar Nederland kwam en was in België een goede leerling in de achtste klas (dat heette in Nederland toen de zesde). Ze was goed in schrijven, lezen en rekenen, maar ze liep hopeloos achter met aardrijkskunde en geschiedenis volgens de nonnen. In België was ze daar gewoon goed in, maar in Nederland niet. Ze kende de Nederlandse provincies en hun hoofdsteden niet, ze wist niks van Nederlands Indië, en ze praatte raar. Kortom, dat kind moest maar terug naar de vijfde klas om bijgespijkerd te worden. Zo zat ze daar tussen de kinderen die allemaal 2 jaar jonger waren en niets van haar moesten hebben. En steeds werd benadrukt dat ze erg achterliep. Geen wonder dat de kinderen van de school haar liever niet in de buurt hadden. Dat ze ook nog rood haar had, en bovendien boven de kolenopslag van de plaatselijke kolenboer woonde, hielp daar niet aan mee.

Mijn opa en oma waren berooid uit België gekomen. Zodra Nederland bevrijd was, zijn ze België uitgezet als ongewenst vreemdeling, alles wat ze niet op de handkar hadden kunnen meenemen waarmee ze vanuit Schoten naar Oudenbosch waren komen lopen, was achtergebleven. Op de paar foto’s die mijn moeder nog heeft van hun aankomst in Oudenbosch zitten haar jongste twee broertjes op de kar, haar oudere broer, oma en zijzelf lopen ernaast, opa erachter. Haar twee oudere zussen waren achtergebleven. De oudste zus was in België getrouwd, de tweede zus overleden. Mijn opa had middels de Arbeiteinsatz in Duitsland gewerkt, en werd beschouwd als collaborateur. Daar hadden ze er in Vlaanderen zelf genoeg van blijkbaar, want buitenlanders die in Duitse dienst hadden gewerkt, ook al was dat niet vrijwillig geweest, moesten eruit. Zonder geld en zonder werk werden opa en zijn gezin opgevangen door familie en ondergebracht in de schamele woonruimte boven het kolenmagazijn. Terwijl België juist een nieuw begin leek. Vijftien jaar voor het einde van de oorlog had opa een baan kunnen krijgen bij Bell Telephone in Antwerpen, waar hij tot aan de oorlog heeft gewerkt. Mijn moeder heeft bijna alleen goede herinneringen aan haar vroege jeugd. Kijken naar de schepen die het Albertkanaal groeven, altijd buitenspelen, de mooie schooluniformen. Het overlijden van haar zus was haar enige echt slechte herinnering.

Zoals zovelen in het begin van de twintigste eeuw zochten mijn grootouders een uitweg uit de armoede en dachten die te vinden in het ondernemerschap. Met een compagnon die voor het geld zorgde en daar een deel van de winst voor terugvroeg waren ze in de twintiger jaren een sigarenwinkel in Rotterdam begonnen. Oma was net twintig en zwanger. Hun verhaal is niet uniek. Heel veel armen begonnen in die tijd buurtwinkels, sigarenwinkels, kiosken en andere kleine zaakjes met de hulp van een investeerder die na enkele jaren steeds meer terugvroeg voor zijn investering. Het was tenslotte zijn pand, zijn geld, voor hem werd ook alles duurder tot het moment kwam dat hij beslag liet leggen op de voorraad en anderen bereid vond de winkel voor hem te draaien. De armen armer, de rijken rijker. In Nederland had de crisis inmiddels volop toegeslagen, terug naar Brabant was geen optie, daar was helemaal niks te verdienen. Via familie van mijn oma kon opa bij Bell terecht. Alles leek toch nog goed te komen, er kwamen nog vijf kinderen bij. Het noodlot sloeg weer toe. De zus net boven mijn moeder bleek ziekelijk en overleed aan een hartkwaal. Toen kwam de oorlog.

Na de oorlog moest opnieuw een bestaan worden opgebouwd. In Oudenbosch. Mijn opa was er geboren en had nooit gedacht er zo terug te komen. Mijn moeder was er in het begin erg ongelukkig, maar paste zich aan. Mijn broer en ik hebben als kind heel netjes leren praten, mijn moeder wilde niet dat we net als zij buitenbeentjes werden. Zelfs de rollende ‘r’ beheers ik nog. Vanaf de kleuterschool moesten we goed ons best doen, blijven zitten was geen optie. Pas toen ik naar school ging hoorde ik voor het eerst plat praten, het duurde jaren voor ik het verstond en nog langer voor ik het beheerste. Alles had best mee kunnen vallen als ik niet al in de tweede klas een bril had gemoeten. ‘Brillenjood’ was een geliefd scheldwoord, ik werd regelmatig gemolesteerd. Pootje lappen, op mijn bril geslagen, achternagezeten in het speelkwartier, expres een bal tegen mijn hoofd. Na school met een omweg naar huis. Klein van stuk zijn, een bril dragen en deftig praten, dat is vragen om moeilijkheden. Als mijn bril weer eens kapot was kreeg ik op mijn kop en probeerde mijn vader zuchtend met aceton de boel weer aan elkaar te plakken. Als het glas kapot was, was het huis te klein. Brillen waren duur, en ik kon niet zonder. Soms liep ik weken met een kapotte bril, pas als het sancta salaria was geweest kon er weer een nieuw glas af. Nog steeds heb ik een afkeer van balspelen en sporten waarbij je in direct contact met de tegenstander komt. Voetbal haat ik.

Het is goed te weten waar je vandaan komt. Dan weet je waarom je dingen doet zoals je ze doet, en waarom je dingen laat die je eigenlijk zou moeten doen. Het leven van mijn grootouders heeft, door mijn moeder, ook mijn leven beïnvloed. Nu weet ik dat ik allochtoon ben, zij het een westerse. Ik begrijp wat een invloed dat op mijn leven heeft, nu begrijp ik ook iets van de tweede generatie andere allochtonen. Mijn broer is naar België verhuisd, heeft er tot zijn dood gewoond en had er veel vrienden. Hier was hij een beetje een dorpsgek, daar heel erg gewaardeerd in zijn werk en als vriend. Hoe kom ik nou op al die gedachten ineens? Ik besef dat ik hier al langer mee loop, maar ik werd pas getriggerd er iets over te schrijven door een interview op AT5 met San Fu Maltha. Veel van wat hij vertelt wist ik niet meer, nu komt het weer boven maar ik heb nooit beseft dat het zo erg was. Zoals iedereen was ik misschien te veel met mezelf bezig. Je eigen ellende is altijd erger. Als je geen privéleven hebt doordat je bedreigd wordt heb je twee opties. Of je ondergaat het gelaten en wacht tot het overgaat, of vent je eigen ellende uit, eist je gelijk en criminaliseert je bedreiger. Of is er toch een derde optie? De confrontatie aangaan en wel zien wat er van komt? Misschien valt die bedreiger wel mee en kun je nadat je elkaar de waarheid hebt gezegd, misschien zelfs met een duw hier een daar, wel samen door een deur? Wie weet. Duitsers zijn nu ook bondgenoten.

Please follow and like us:
Follow by Email
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share