24 februari 2017
Regelmatig interview ik mensen. Dat gaat dan om het achterhalen van wensen en eisen vanwege een aankomende nieuwe toepassing of een wijziging in het informatiesysteem waar ze mee werken. Meer in het bijzonder, om het werk achter die wensen en eisen. Het valt me op dat vaak wenselijke antwoorden worden gegeven. Of antwoorden, waarvan gedacht wordt dat ze wenselijk zijn. Er is in het bedrijf, of de afdeling, al gecommuniceerd wat er gaat komen en hoe het er uit gaat zien. Wat er wel mee kan, en wat niet de bedoeling is. Mijn werk is dan om door het stellen van vragen en het analyseren van antwoorden, en het terugkoppelen van die analyse, er achter te komen wat er het antwoord achter het antwoord is.
Op basis van die antwoorden, de feedback en mijn analyse van de bestaande (werk)processen kan ik me een beeld vormen van de daadwerkelijke informatiebehoefte en de mate waarin die om automatisering vraagt. En op welke manier dat dan zou moeten. Eliciteren van requirements, zo zou je dat kunnen noemen. Omdat er altijd sprake is van ruis – gezagsverhoudingen, politiek, privé-omstandigheden, noem-maar-op – vraagt het formuleren van de feedback en het bespreken daarvan, daarna het isoleren en definiëren van de requirements, van mij inlevingsvermogen en echte interesse in het werk van de geïnterviewde. En dan is MoSCoW nog niet eens aan de orde geweest. Eerlijk gezegd, dat gaat me meestal best goed af.
Deze week werd ik geïnterviewd voor een lokaal medium in verband met mijn boek dat op 18 maart verschijnt. Ineens zit ik aan de andere kant van de tafel en moet ik antwoord geven op de vragen achter de vragen! Als vanzelf ga ik in de modus me in te leven in mijn gesprekspartner. Als ik merk dat dat niet werkt, want het gaat hier niet om het achterhalen van door mij gezochte requirements, maar mijn drijfveren om te doen wat ik deed, en hoe ik dat deed, sla ik dicht. Een doodzonde. Vanaf dan verloopt het gesprek stroef, hoewel zowel de interviewer als ik onze best doen tot elkaar te komen. Het is overigens toch een leuk stukje geworden. (vakvrouw!) 8 Maart in de Halderbergse Bode.
Hoe komt dat nou? Daarover moet ik nog eens goed met mezelf en mijn media-coach praten. Er staan de komende tijd nog twee interviews gepland. Om mijn doel te bereiken moet ik ook mijn publiek bereiken, dat ga ik niet redden als ik steeds gered moet worden. Ik besef nu ook dat in tegenstelling tot de door mij geïnterviewden, ik steeds maar een kans krijg. Feedback, of het uitblijven daarvan, komt van het publiek, niet van de interviewer.